Het oog: een ingenieus verhaal

Het vermogen om te zien is iets wat we vanzelfsprekend vinden. Dat is ook noodzakelijk om ons in de moderne wereld te kunnen bewegen. In dit artikel kijken we nader naar de opbouw van het oog en de manier waarop we gezichtsindrukken interpreteren.

Het gezichtsvermogen is vaak zo vanzelfsprekend dat we gemakkelijk vergeten hoe sterk we ervan afhankelijk zijn. Dat geldt voor alles, van borden lezen en op de computer en de mobiele telefoon surfen tot ons voortbewegen in het verkeer. Het oog is een indrukwekkende constructie. Maar hoe komt het eigenlijk dat we de wereld zien zoals we haar zien?

Laten we even doorlopen hoe de ogen zijn opgebouwd en hoe het in zijn werk gaat als de signalen naar de hersenen gestuurd worden. Bovendien sluiten we af met een terugblik op de evolutionaire geschiedenis van het zien.

Wat is het oog?

We beginnen met de basisvraag: wat is het oog? Het antwoord: het oog is het orgaan dat licht opvangt en doorstuurt naar de hersenen.

Het oog werkt als een camera

Hierna gaan we meer in detail in op de manier waarop het oog is opgebouwd. Om het principe te begrijpen, kun je het oog het best met een camera vergelijken, waarbij de pupil het diafragma is, het hoornvlies de lens en het netvlies de film.

Deze vergelijking is niet zo vergezocht als je zou kunnen denken. De lichtstralen komen het oog binnen door de pupil en worden daar door het hoornvlies gebroken. Daarna wordt op het netvlies een ondersteboven staand beeld gevormd, dat weer wordt rechtgezet als de signalen de hersenen bereiken. Het is belangrijk dat de breking exact op de juiste manier gebeurt, anders wordt het beeld onduidelijk. Dit gebeurt bij mensen die een bril of lenzen nodig hebben.

De weg van het licht van het oog naar de hersenen

Dat het oog als een camera zou werken is uiteraard slechts een vergelijking. Maar wat gebeurt er dan precies als u naar uw omgeving kijkt en interpreteert wat u ziet? Laten we het in de juiste volgorde bekijken.

Alles begint ermee dat het licht in het oog valt. Licht bestaat in feite uit elektromagnetische golven; deze golven kunnen verschillende golflengtes hebben. Afhankelijk van de golflengte die een lichtstraal heeft, nemen we verschillende kleuren waar.

De lichtstralen komen door de pupil naar binnen en worden gebroken door het hoornvlies, de lens en het glasachtig lichaam (verderop vindt u meer informatie over deze verschillende onderdelen). Vervolgens wordt het licht door het netvlies achterin het oog opgevangen, waar het bovengenoemde ondersteboven gekeerde beeld gevormd wordt.

Op het netvlies van beide ogen wordt het licht omgezet in zenuwimpulsen, die verstuurd worden naar de hersenen, waar ze elkaar ontmoeten. Daar wordt ook het algemene driedimensionale beeld gevormd dat u voor u ziet.

De verschillende delen van het oog

We gaan verder op onze ontdekkingsreis in de microkosmos van het oog door de verschillende delen van het oog nader te bekijken. Misschien klinken sommige benamingen u al bekend in de oren, maar weet u niet wat ze betekenen of welke functie ze vervullen waardoor wij kunnen zien.

Het oog

????? Image with eye and descriptions

StrålkroppenStraallichaam
IrisIris
HornhinnaHoornvlies
LinsLens
Främre kammareVoorkamer
KammarvinkelnKamerhoek
GlaskroppGlaslichaam
NäthinnaNetvlies
Gula fläckanGele vlek
SynnervOogzenuw
Blinda fläckanBlinde vlek

De oogbol

Het lichaamsdeel dat we misschien wel het meest met het oog associëren, is de oogbol. De oogbol heeft een diameter van 2,5 cm en heeft de vorm van een enigszins afgeplatte bol, gevuld met een geleiachtige vloeistof die “het glasachtig lichaam” genoemd wordt.

Om te kunnen bewegen op de plaats waar hij ligt, in de oogholte van de schedel, beschermd door vetweefsel, maakt de oogbol gebruik van zes spieren. Deze spieren kunnen op verschillende manieren samentrekken, wat betekent dat de oogbol zowel naar boven als naar beneden en zowel naar binnen als naar buiten kan bewegen. Deze bewegingen worden op hun beurt aangestuurd door drie hersenzenuwen.

Het oogwit en het hoornvlies

De oogbol is bedekt met een aantal lagen die een verschillende rol spelen in de constructie van het oog.

Aan de buitenkant vinden we het oogwit en het hoornvlies. Het oogwit geeft het oog zijn witte kleur. Het hoornvlies is echter volledig doorzichtig, zodat het licht in het oog kan komen.

Het glasvochtmembraan – de iris

Binnenin het oogwit zitten het glasvochtmembraan, het straallichaam en het regenboogvlies. Het regenboogvlies is bekender onder de naam “iris”. De iris geeft kleur aan het oog door middel van pigment. Als u heel weinig pigment in uw iris hebt, hebt u lichtblauwe ogen. Hebt u daarentegen veel pigment, dan hebt u donkerbruine ogen.

De pupil

Het regenboogvlies – of de iris – bevat ook de zwarte de pupil in het midden van het oog. De pupil stuurt de lichtinval, wat u bijvoorbeeld kunt merken doordat de pupil vergroot naarmate het donkerder wordt. Dit gebeurt om zoveel mogelijk licht binnen te laten. Uiteraard gebeurt het omgekeerde als er veel licht is.

Het wijzigen van de grootte van de pupil wordt vanuit de iris door een specifieke spier gestuurd.

Het netvlies

Achter in het oog vinden we het netvlies, waar de lichtstralen opgevangen worden. Om datgene wat we zien te kunnen interpreteren, is het netvlies bedekt met zogenaamde fotoreceptoren, die uit staafjes en kegeltjes bestaan.

Eenvoudig gezegd zijn de staafjes de lichtgevoelige delen van de receptoren. De staafjes helpen ons om onderscheid te maken tussen licht en donker. De kegeltjes zijn de delen die ervoor zorgen dat we verschillende kleuren kunnen onderscheiden. Om dit mogelijk te maken zijn er drie verschillende soorten kegeltjes: één voor paars, één voor groen en één voor geel. Ze kunnen deze drie “mengen” tot alle kleuren en nuances die we waarnemen.

We noemen hier ook kleurenblindheid (of kleurwaarneming-deficiëntie, zoals het ook genoemd wordt). Kleurenblindheid wordt veroorzaakt doordat één of meerdere kegeltjes beschadigd zijn of ontbreken. Het laatste komt vaker voor als de kleurenblindheid erfelijk is, wat meestal het geval is.

De gele vlek

De meeste kegeltjes op het netvlies bevinden zich in de nabijheid van iets wat de “gele vlek” of “macula” genoemd wordt. Dit 2 tot 3 cm grote punt ligt centraal op het netvlies, waar de kegeltjes het dichtst bij elkaar zitten.

De gele vlek is de plaats waar het gezichtsvermogen het scherpst is. Op deze plaats maken de kegeltjes contact met de zenuwcellen die zich op het netvlies bevinden. Daar wordt de lange, blauwe uitgroeiing gevormd die de “oogzenuw” genoemd wordt en zich achter in de oogbol bevindt.

Het ooglid – speelt een beslissende rol

Een beschrijving van de verschillende delen van het oog zou niet compleet zijn zonder iets over de functie van het ooglid te zeggen. Het ooglid speelt een vitale rol. Het ooglid bestaat uit een zogenaamde bindweefselplaat die overgaat in een slijmvlies.

Het ooglid heeft ook de wimpers tot zijn beschikking, die het oog tegen vuil en stofdeeltjes helpen beschermen – een beetje zoals de ruitenwissers van een auto.

De traankanalen helpen op hun beurt het oog schoon te houden en te beschermen. Telkens als u met uw ogen knippert, wordt vloeistof in kleine kanalen in de ooghoek opgezogen. Je zou het met spoelmiddel kunnen vergelijken.

Hoe kunnen de hersenen de signalen van het oog interpreteren?

Hierboven hebben we enkele van de belangrijkste delen beschreven die zorgen voor de werking van het oog. Maar wat gebeurt er eigenlijk als we de signalen die vanuit het oog verstuurd worden gaan interpreteren?

We hebben het oog eerder met een camera vergeleken. Wat er concreet gebeurt, is dat er een beeld op het netvlies gevormd wordt. Dit beeld bestaat uit elektrische signalen die via de oogzenuw naar de hersenen gestuurd worden.

De oogzenuw is 4 cm lang en 3 mm dik en bestaat uit ongeveer één miljoen zenuwvezels. De oogzenuwen lopen naar het gezichtscentrum in de achterhoofdskwab van de hersenen. Daar komen de oogzenuwen van beide ogen bij elkaar en worden ze samengevlochten. Op die manier smelten ook de twee beelden van de ogen samen. Ze worden geïnterpreteerd en veranderd in de beelden die we voor ons zien.

De ontwikkeling van het menselijk oog

Het oog is zo ingenieus ontworpen dat men zich lang heeft afgevraagd hoe de evolutietheorie dit kan verklaren. Charles Darwin, de vader van de evolutietheorie, wijdde speciaal aandacht aan het oog in zijn beroemde boek “Over het ontstaan van soorten”.

Veel mensen bleven twijfelen. Sinds de tijd van Charles Darwin zijn wetenschappers er echter in geslaagd aan te tonen dat de evolutie van het oog mogelijk is. De ontwikkeling van het menselijk oog door middel van geleidelijke verandering (“mutaties”) zou zich in minder dan een miljoen jaar kunnen voltrekken. Dat is een relatief korte periode in het perspectief van de evolutionaire geschiedenis.

Wist u dat…

  • het oog al ophoudt met groeien op de leeftijd van zes jaar?
  • wij mensen slechts een fractie zien van al het licht dat onze ogen bereikt?
  • drie vierde, oftewel 130 miljoen van de lichtgevoelige cellen in het lichaam zich in de ogen bevinden?
  • traanvloeistof bacteriedodend is?
  • we twee ogen hebben omdat we in onze hersenen een driedimensionaal beeld moeten kunnen vormen?
  • konijnen en kameleons ogen op twee niveaus hebben en daarom twee afzonderlijke beelden krijgen?

Onderzoek

Deze pagina wordt in samenwerking met Memira gepubliceerd. Indien u een ooglaserbehandeling of lenswissel overweegt, is de eerste stap dat u met Memira een afspraak maakt voor een onderzoek. Naar aanleiding van dit onderzoek komt u te weten of uw refractie-afwijking kan worden gecorrigeerd en welke methode voor u het geschiktst is.